De Ondergrondse en onderduik

Een verzetsgroep

Steeds meer mannen doken onder. Ze wilden niet voor de Arbeitseinsatz in Duitsland werken. Al die nieuwe onderduikers moesten een adres hebben, eten en kleren. In 1943 werd in Enkhuizen een verzetsgroep opgericht. Die werkte ‘ondergronds’ zoals dat heette. Dat betekent in het geheim. De ene zorgde voor geld, de andere bracht onderduikers op hun adres. Dat deed bijvoorbeeld Cees Schuyt. Hij werd er voor opgepakt en naar een concentratiekamp gestuurd. Weer een ander bracht berichten rond als koerier. Dat deed ook Dirk Wierenga. Die was zelf onderduiker. Hij zat eerst in Groningen op school. Daar deed hij al aan het verzet mee. Om onder te duiken kwam hij naar Enkhuizen. Hoe jong hij ook was, hij bleef doorgaan. Dirk zat ook met andere verzetsstrijders in een knokploeg. Die bevrijdde gevangenen of deed andere gevaarlijke klusjes.

In de Ontmoetingskerk aan de Klopperstraat zaten onderduikers op zolder. Daar werden ook de koperen instrumenten van de harmonie verborgen en nog veel meer dat de Duitsers wilden hebben. De koster zat ook in het verzet.

Boodschappen doen met bonkaarten

In de stad had je vroeger heel veel winkeltjes. Supermarkten bestonden nog niet. Bij de bakker kocht je brood, bij de kruidenier koffie en thee en bij de slager voor vlees. Maar er kwamen ook veel verkopers aan de deur. Met een handkar. In het begin van de oorlog kon je nog veel kopen. Er was geen gebrek.

In loop van de oorlog kwam er steeds meer gebrek aan alles. Je kon steeds minder dingen kopen. Om alles een beetje eerlijk te verdelen kreeg je bonnen. Met een broodbon kon je bijvoorbeeld een half brood per dag kopen. Je leverde de bon in en betaalde met geld. Wel geld, maar geen bon? Geen brood!

Gastgezinnen kregen voor hun onderduikers natuurlijk geen bonnen. Daarom stalen de knokploegen hele voorraden van die bonnen.

Huisnummers weghalen

De Duitsers wilden graag weten waar iedereen woonde. Voor als ze iemand wilden oppakken. Joden of arbeiders voor Duitsland. Daarom vroeg de ondergrondse de Enkhuizers eens om alle huisnummers eraf te halen. Dat gebeurde. Op een avond -en het ging ‘s nachts nog door- werden overal de huisnummers van de huizen afgeschroefd. Dat was extra gevaarlijk, want je mocht toen na acht uur niet meer buiten! Dat heette de avondklok. Woedend waren de Duitsers, toen ze dat de volgende ochtend ontdekten. Iedereen moest nu met wit krijt het eigen huisnummer naast de voordeur op de muur schrijven.

Geheime kranten

De Duitsers vertelden wat de Nederlandse kranten moesten schrijven. Op de radio hoorde je ook alleen maar pro-Duitse berichten. Daarom luisterden de mensen stiekem naar de Engelse radio. Ook kwamen er geheime kranten. In Enkhuizen was dat de Klaroen van de Bevrijding. Die werd gemaakt bij uitgeverij Lenters op de hoek van het Venedie en de Dijk. Hierin konden Enkhuizers alles lezen over de oorlog. Hoe de Amerikanen en de Russen de Duitsers terugdrongen bijvoorbeeld. Maar ook gebeurtenissen in Nederland.

Gerrit Stapel

Een van Lenters medewerkers was Gerrit Stapel. Die ging later naar Amsterdam. Om te werken voor grote verzetsbladen als Trouw. Op een dag werd hij gearresteerd. Later is hij in Zaandam doodgeschoten.

Arbeidsbureau en verraad

De directeur van het Arbeidsbureau deed ook mee. Zijn bureau was op de hoek Van Bleiswijkstraat-Westerstraat. Nu is daar grand-café Van Bleiswijk. De directeur zorgde voor  valse paspoorten of schreef een briefje dat je belangrijk werk deed. Achter zijn kamer was een keuken met een diepe kast. Als je daar in stond, kon je horen wat er in zijn kamer werd gezegd. Daar  zaten eens drie verraders verborgen, toen hij met het verzet praatte. Korte tijd later moesten de verzetslieden bij burgemeester Broere komen. Ze werden meteen gearresteerd. Later kwamen de Duitsers ook anderen ophalen, zoals Dirk Wierenga en Tom Kranenburg. De meesten van de verzetsgroep van Enkhuizen moesten naar een concentratiekamp. Tom Kranenburg en Dirk Wierenga werden in Amsterdam door een Duitse rechtbank ter dood veroordeeld. Hinke van Selst, de jonge verloofde van Dirk, zocht hem vaak op in de gevangenis.

Tom en Dirk zijn op 20 mei 1944 dood geschoten.

Wapendroppings

Voor sommige dingen had het verzet wapens nodig. Die werden uit vliegtuigen in de polder gedropt. Na een dropping werd alles haastig opgeborgen. In een hooiberg of schuur, of in de stad in een kelder of op zolder.

IJsfabriek

Aan de Zuiderboerenvaart staat een oud gebouwtje. Het is een ijsfabriek, staat er op de gevel. Daar maakten ze staven waterijs voor de vissers. Konden ze de gevangen vis koel mee houden. In die ijsfabriek hadden de Duitsers hun eigen vlees, boter, kaas en eieren opgeborgen. In november 1944 werd de ijsfabriek ’s nachts leeg gehaald door Flip Luitman en andere verzetslieden. Ze laadden alles in polderschuiten. De motor ging pas aan, toen ze onder de Boereboom door voeren. Alle eten werd verborgen bij boeren. Eten voor de onderduikers.

Terug geven of anders…..

Het viel nog mee, toen de Duitsers er achter kwamen. Meestal werden er dan gewoon burgers doodgeschoten op straat. Maar het liep al tegen het eind van de oorlog. De Duitsers werden bang voor de knokploegen. Wat zouden die na de bevrijding met hen doen? Ze telefoneerden met het verzet. Heel vreemd natuurlijk! Afgesproken werd dat de Enkhuizers alles weer aanvulden. In ruil daarvoor zouden de Duitsers niemand doodschieten.

De volgende dag hingen de Duitsers overal in de stad affiches op. Wie het las, moest heel hard lachen. Die waren veel kwijt geraakt!

Veel mensen besloten mee te doen met het inzamelen van wat de Duitsers wilden hebben. Zou het toch nog zonder moord en doodslag aflopen.